Historische rondwandeling: 2,7/ 7,2 km

Lange wandeling: 7,2 km

Korte wandeling: 2,7 km

Deze historische ontdekkingswandeling door Bütgenbach en Berg neemt je mee langs bijzondere gebouwen en voorzieningen. De afbeeldingen op de panelen brengen de kijker terug naar het verleden en geven een klein inzicht in het leven en werk van de mensen van toen.

De bijbehorende folder, gratis mee te nemen bij de ingang van de Tourist Info, beschrijft de route naar de 10 stations aan de hand van een plattegrond.

Je kunt kiezen uit 2 wegen, beide routes starten aan de ingang van het Tourist Info-kantoor: 7,2 en 2,7 km.

Infobord 1 - Tourist Info Bütgenbach

Deze historische ontdekkingswandeling door Bütgenbach en Berg voert je langs bijzondere gebouwen en inrichtingen. De afbeeldingen op de panelen nemen de toeschouwer mee naar vervlogen tijden en geven een inkijkje in het dagelijkse leven en werken van de mensen. De begeleidende folder, die gratis beschikbaar is in de brochurehouder aan de ingang van het toeristisch bureau, bevat een kaartje van de wandeling met de positie van de 10 stations en een kleine toelichting.

ütgenbach historischer Spaziergang tourist info BUT09 © Cool Tracks

Infobord 2 - St. Stefanusparochiekerk & Huis Nemery

PAROCHIEKERK
De huidige Sint-Stefanusparochiekerk werd in 1931 gebouwd volgens plannen van Henri Cunibert, een architect uit Malmedy. De combinatie van neoromaanse architectuur en oudere inrichtingsvoorwerpen waaronder meubilair verleent het gebouw een verrassende harmonie en extravagantie. Verder is het kerkgebouw beladen met christelijke symboliek en historische relikwieën.
(Een brochure over de Sint-Stephanusparochiekerk is verkrijgbaar in de kerk en het toeristisch bureau).
In een document uit 1131 wordt voor de eerste maal een kerk in Bütgenbach vermeld. De kerk was indertijd gelegen op de huidige begraafplaats. Ze werd tussen 1938 en 1953 in drie fasen gesloopt. In 1803 was het de parochiekerk voor Berg, Elsenborn, Nidrum, Weywertz, Faymonville en Sourbrodt.
In de periode van 1932 tot 1938 waren er in Bütgenbach twee kerktorens te zien.
Als eigenaar van de kerk heeft de gemeente Bütgenbach in 2017 het hele voorplein heringericht. Tegelijkertijd werd het oorlogsmonument, dat tot dan toe voor de kerk stond, heringericht en verplaatst. Het bevindt zich nu voor de dodenkapel.

HUIS NEMERY
Het huis van de familie Nemery, waarin in de 19e eeuw ook het postkantoor, het burgemeesterambt en een herberg met een kegelbaan waren gevestigd, was gelegen op de plaats waar nu de bakkerij Heinen gelegen is. Met het verdwijnen van de laatste postkoets verdween ook de klank van de posthoorn. In 1913 kocht de gemeente het huis Nemery en richtte hier toen haar administratie en een woning voor de burgemeester in.
Voor de bouw van het nieuwe gemeentehuis op de nieuwe locatie “Auf dem Brand” veilde de gemeente het gebouw, dat door de oorlog zwaar beschadigd was. Leonard Heinen, een bakker uit Berg, kocht het huis in 1951 en legde zo de eerste steen voor de huidige bakkerij.
Winter 1952: Rudolf Brüls bracht jarenlang elke zaterdag samen met zijn paard Max zijn brood rond.
De jongensschool, gebouwd in 1910, werd opgedeeld in drie klassen. Naast de klaslokaleIn was in het gebouw ook een leraarswoning ondergebracht. Omwille van plaatsgebrek liet de gemeente het oude schoolgebouw in 1968 vervangen door een nieuw gebouw, dat negen jaar later werd uitgebreid. Sinds de scholenfusie van 2002 zijn in dit gebouw het toeristisch bureau en de politie gehuisvest.
n 1986 nam de gemeente Bütgenbach het wapen van de familie von Rolshausen als gemeenteblazoen aan. Het toont twee gekruiste zilveren schoppen in een rood veld.

 

Infobord 3 - Marktplatz - Meisjesschool - Pauels & Huby - Volksfeesten

Dat het marktplein vroeger een moerasachtig gebied was, blijkt uit de oude naam van de bron die er opwelde: Vennborre. Lange tijd werd de “Vennborre” als wasplaats en als drinkplaats voor vee gebruikt. De boeren kwamen hier in de zomer ook water voor hun vee halen.
Tot 1868 organiseerde Bütgenbach twee veemarkten en een kermis per jaar. Naast de jaarlijkse zomermarkt zijn er tegenwoordig nog steeds twee maandelijkse, kleinere markten voor fruit, groenten en andere waren.
In de jaren vijftig werd de bron overdekt met een kiosk. Het water van de bron en de daaruit vloeiende beek de Bütgenbach, wordt sindsdien afgevoerd naar de riolering. In juli 1973 werd het tegenwoordig populaire minigolfterrein aangelegd. De speeltuin werd uitgebreid met rustzones. Op het marktplein vinden nog steeds vele feesten en vieringen plaats zoals de kermis, het Sint-Maartensvuur, de paardenzegening.
Dat het centrum van Bütgenbach vandaag de dag een ware oase van groen is, danken we aan burgemeester Emil Kirch (1882-1913). Hij heeft aangestuurd op het aanplanten van bomen, die vandaag de dag de charme van het plein uitmaken. De bronzen buste van de hand van kunstenaar Gregor Hoffmann eert deze verdienstelijke burgemeester van Bütgenbach.
In 1887 werd door de gemeente een bakstenen school voor meisjes gebouwd, die in 1933 werd vergroot met een speelruimte.
Toen het gebouw met een jongensschool werd uitgebreid, vonden alle schoolkinderen er een plaats. Daarna werd de meisjesschool door verenigingen, de politie en het Rode Kruis gebruikt.
In 1932 bouwde Franz Huby, de postmeester, zijn eigen huis met de mogelijkheid om hier een postkantoor en een winkel te openen.
Maria Knauf, de vrouw van Aloys Pauels senior, was kaasboerin en produceerde een speciale zachte kaas in het Pauelshuis in de Mariengasse. Zij staakte de productie in 1952.

Infobord 4 - Hotel Thomas - Huis Wewesch - Lindeboom & eik - Eifelhuizen

Een van de belangrijkste drie gebouwen die in Bütgenbach de tand des tijds hebben overleefd, is zonder twijfel het oude Weynandhaus uit de 16e eeuw.
De naam van het huis, A Wewesch, verwijst naar een inwoner uit het begin van de 18e eeuw.

De heren von Rolshausen bouwden het huis (1) voor de kasteelbeheerder en gebruikten hiervoor stenen van de verwoeste burcht. Op 12 juni 1786 verkocht de beheerder alle eigendommen van de familie von Rolshausen.
Rond 1900 kwam het huis in het bezit van Jacob Weynand. Zijn zoon Wilhelm richtte hier in de jaren dertig van de vorige eeuw een transport- en landbouwbedrijf op. Na de dood van het echtpaar Wilhelm Weynand-Wey ontstonden eerst de pottenbakkerij en later de pottenbakkerskelder.
Het middelste huis (2) heeft zijn eigen geschiedenis. Mogelijk is kort na 1815 met de bouw ervan begonnen. De rode zandstenen deuren en ramen zouden namelijk afkomstig kunnen zijn van de overgebleven muren van het verwoeste kasteel. Na de oorlog kocht Wilhelm Weynand het huis. Hij verhuurde het voor verschillende doeleinden. Later kwam het huis in het bezit van één van zijn dochters.
In het rechterdeel van het gebouw (3) richtte de gemeente in 1834 de eerste basisschool van Bütgenbach op. Deze school verhuisde in 1910 naar het marktplein. Op de vrijgekomen begane grond werd de brandweer gehuisvest. Hier bevond zich eveneens het brandspuithuisje. De bovenverdieping was aanvankelijk een woonruimte. Later werd de ruimte in gebruik genomen door dorpsverenigingen en de kleuterschool.
Als de oude lindeboom kon vertellen….
De oude lindeboom aan het huis prijkt reeds op een kaart uit de 18e eeuw. Vroeger was het gebruikelijk om na een doorstane ramp, oorlog of pestepidemie een lindeboom te planten.
Ook op de binnenplaats van kastelen werd vroeger vaak een lindeboom geplant. Deze gold dan als het ware als dorpscentrum. Ter gelegenheid van de jaarlijkse kermis en andere religieuze en burgerlijke evenementen was het hier dat de dorpelingen elkaar ontmoetten.
Een trotse vredeseik
Als aandenken aan het vredesverdrag na de Frans-Duitse oorlog van 1870/71 mochten de schoolkinderen uit Bütgenbach, Berg en Nidrum een boom planten. Ze organiseerden een kleine plechtigheid met vaderlandslievende gedichten en liederen. Uiteindelijk plantten ze een eik voor de plaatselijke basisschool, vlak naast de oude, historische lindeboom.
Huis Thomas
Hubert Thomas liet in 1930 zijn huis bouwen en opende er een kruidenierswinkeltje. Als meester-kleermaker richtte hij er ook zijn werkplaats in.

Typische huizen uit de Eifel
Na de eeuwwisseling woonden er in de dubbelwoning Thomas/Alard maar liefst twintig kinderen met hun ouders: in elke woning tien kinderen.
De huizen Schoffers (Löjes) en Schumacher (Schefferjannese) waren, net als de andere naburige huizen, agrarische landgoederen, opgetrokken in de typische Eifelstijl.
Het huis Schumacher werd in 1986 overgenomen door de familie Maraite/Schneider, die daar het hotel Eifelland uitbaat, dat in 2007 uitgebreid werd.

Hotel Thomas/Klubert
Voordat Jakob Thomas de linkerhelft van het huis kocht, had Hubert Marquet er een slagerij. Na de aankoop opende zijn vrouw Anna Cremer er een kleine winkel. Nadien bouwde Jakob Thomas er in 1939 een hotel met restaurant. Hun dochter Maria en haar echtgenoot Hugo namen later het bedrijf over. Deze zaak wordt tot op de dag van vandaag door een telg van de familie uitgebaat en staat bekend onder de naam “Zum Pub”.

Infobord 5 - Rotonde - Kelternich - Kruispunt

Rotonde

De huidige rotonde, en daarvoor het kruispunt, is altijd een belangrijk verkeersknooppunt geweest van waaruit men St-Vith, Prüm, Eupen of Malmedy kon bereiken. In de turbulentie van de twee wereldoorlogen hebben tal van militaire troepen uit verschillende landen het kruispunt in alle richtingen overgestoken.
In 1960 werd op het kruispunt op initiatief van de provincie een zeer hinderlijk “eiland” als snelheidsremmer aangelegd. Dat werd echter snel weer verwijderd. De huidige rotonde bestaat sinds 2004.
Hilgers

Het is de familie Hilgers die aan het kruispunt zijn stempel op het dorpsleven heeft gedrukt. Beide huizen werden opgetrokken in dezelfde bouwstijl.

August Hilgers, die geboren was in 1843, baatte samen met het hotel ook een kruidenierswinkel uit waar hij tevens confectiekleding en meel uit zijn landbouwbedrijf verkocht. Bovendien leidde hij het postkantoor.

Zijn zoon, dr. Emil Hilgers (geboren in 1886), was in 1915 plattelandsdokter en verplaatste zich aanvankelijk nog per koets naar zijn patiënten. Zijn zoon Hans August had een taxibedrijf en verhuurde later een deel van het huis aan een apotheker, een bankier en een opticien.

Kelternich

In het huis aan de overkant baatte Joseph Hilgers een restaurant uit waar hij onder meer de gebruikers van de postkoets verwelkomde. Nadien werd het huis aan Joseph Kelternich (echtgenoot van Maria Hilgers), een zakenman uit Keulen, verkocht. Hij opende er een ijzerwinkel.

In het (gesloopte) huis Faack waren afwisselend een postkantoor en een kleine herberg met overnachtingsmogelijkheden gevestigd. Het gebouw op de hoek werd door de bouwaannemer Greten overgekocht die er een woning voor zichzelf inrichtte en andere delen van het gebouw verkocht aan meubel- en uitvaartbedrijf Rademacher.

Consum
In de periode vóór 1940 voorzag een zekere mijnheer Xhayet in zijn “Consum” de bevolking van levensmiddelen en brandstof. Na 1945 kwam het bedrijf in handen van zijn schoonzoon Jos. Gilmann, die een ruimte als filiaal aan de Post verhuurde.

Günther Schaus, een ondernemer uit Sankt Vith, bouwde in 1985 vlak bij het kruispunt een Nopri.
Door dit initiatief werd het dorpscentrum aanzienlijk verfraaid en opgewaardeerd. In 2012 heeft een nieuwe investeerder het pand overgenomen en hebben op dezelfde locatie meerdere kleine winkels hun deuren geopend.

Kruispunt
De bewoners aan het kruispunt hebben generaties lang gestreefd naar de ontwikkeling van een bloeiende economische activiteit. Gasten die destijds met de postkoets en nu met de bus en de auto aankomen, maar ook de dorpsbewoners, hebben altijd de mogelijkheid gehad om aan het kruispunt hun boodschappen te doen.
Twee families, Lauter/Heinen en Niessen (Brüls/Franzen), hadden hun restaurants in de buurt van het kruispunt geopend.

Infobord 6 - Lindenallee

De snelle modernisering van de landbouw in de 20e eeuw heeft aanzienlijk bijgedragen tot de ontwikkeling van onze regio. Manuele arbeid verdween meer en meer ten gevolge van de komst van steeds modernere machines.
Het gebruik van de tractor zorgde voor een grote ommekeer in de mobiliteit. Trekdieren zoals paarden, ossen en honden verloren hun status als landbouwhulp.
In de loop van de tijd maakten de bewoners hun huizen en stallen steeds solider door bijvoorbeeld de rieten daken te vervangen door leisteenen daken.
Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw vormde de landbouw de belangrijkste bron van inkomsten voor de lokale bevolking. Door veranderende socio-economische structuren werd de landbouw steeds meer verdrongen.

Huis Antonne

Het ruime huis werd in 1815 gebouwd en had van buitenaf een aparte toegang tot de kelder.
De gunstige ligging aan de verbindingsweg Aken-Trier maakte het mogelijk om een restaurant en een herberg uit te baten. Het was een vaste tussenhalte voor onder meer voermannen, die bark uit de Moezelstreek naar Malmedy brachten langs de zogenaamde Lederweg.
Twee verschillende metselaarsploegen lieten op het huis hun sporen achter: Pruisische ambachtslieden waren aan de voorkant actief, Franse metselaars aan de gevel en aan de achterkant van het huis. De huidige eigenaren hebben het huis goed gerenoveerd en de originele elementen in de best mogelijke conditie behouden.

Privémuseum Heck Lindenallee

Als jonge man begon Karl-Heinz Heck gevonden oorlogsobjecten te verzamelen en te klasseren. In de loop der jaren werd de collectie steeds groter, zodat hij in 1985 zijn zolder inrichtte tot museum. Tot op de dag van vandaag verzamelt hij objecten uit WOII.
Hij heeft al bezoekers uit de hele wereld, ook familieleden van veteranen, over de vloer gekregen. Samen met hen heeft hij oorlogssites bezocht.
Nogal wat toeristen, die voor enkele dagen in Bütgenbach verblijven, trekken tijd uit voor een bezoek aan zijn museum. Verzamelaars en deskundigen kennen zijn adres maar al te goed.

Infobord 7 - Woonzorgcentrum

Villa Kirch

Het huis werd in 1869 gebouwd door Gerhard Kirch, burgemeester van 1862-1881. Zijn zoon Emil Kirch, burgemeester van 1892-1913, liet het huis vergroten. Zo kon in hetzelfde gebouw zowel zijn eigen woning als het kantoor van de burgemeester en het postkantoor worden ondergebracht. Na zijn dood in 1913 verhuisde het kantoor van de burgemeester naar het Huis Nemery naast de kerk (de huidige bakkerij Heinen).
Tijdens de Slag om de Ardennen in 1944 bevond zich in de Villa Kirch het hoofdkwartier van de 99e US Inf. Division. Generaal Dwight D. Eisenhower, opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Noordwest-Europa, heeft de villa toen bezocht.
In het huis Kirch was destijds een filiaal van het Gemeentekrediet gevestigd. De dochter van burgemeester Emil Kirch, Elfriede Kirch, was er tot aan haar pensionering de gerante van.
Nu is de villa eigendom van Aloys Heinen. De auto-elektricien had daar tot aan zijn pensioen zijn werkplaats.

Pastorij

Nadat de gemeente de pastorij op de begraafplaats had verkocht, moest de waarnemende pastoor zijn intrek nemen in de pastorij in de Walkerstal-straat. Deze was in 1794 gebouwd en lag een eind van de kerk verwijderd.
Omdat de pastorij zo ver van de kerk gelegen was, was de pastoor niet echt tevreden met zijn woning. In 1962 kocht de parochie voor de pastoor een woning in de directe omgeving van de kerk. De verder gelegen pastorij werd in 1963 aan particulieren verkocht.

Melkerij

In 1932 werd in Bütgenbach, net zoals in vele andere dorpen, een coöperatieve melkfabriek opgericht. In het begin leverden slechts 32 boeren er hun melk, maar het aantal leden nam snel toe. De melk werd in de omliggende dorpen met een paardenkar opgehaald.
Door de Tweede Wereldoorlog werd de onderneming noodgedwongen gesloten. Vanaf 1947 volgde de moeilijke periode van wederopbouw. In de daaropvolgende jaren drongen zich wegens de florerende boter- en melkhandel verschillende uitbreidingen en moderniseringen op. Dat blijkt onder meer uit het feit dat in 1972 twee tankwagens voor de melkophaling werden aangeschaft.
Door de gunstige economische ontwikkeling daalde vanaf 1970 het aantal boeren in hoofdberoep. Steeds meer boeren gingen op zoek naar een baan op de groter wordende arbeidsmarkt. De teloorgang van de boerenstiel werd gevolgd door de teloorgang van het beroep van melkveehouders. In 1980 werd de melkerij van Bütgenbach overgenomen door die van Büllingen.
De gemeente kocht de gebouwen van de oude melkerij en huisvestte er haar gemeentelijk depot en de gemeentepolitie. Toen het gemeentelijk depot naar Weywertz was verhuisd, verkocht de gemeente het gebouw in 2007. Philippe Heck vestigde er een bank- en verzekeringsbedrijf en Achim Brüls het schildersbedrijf en de doe-het-zelfzaak Fatabo.

Het Hof van Bütgenbach

Het Hof van Bütgenbach is het oudste gebouw van de gemeente Bütgenbach. Exacte gegevens over de oprichtingsdatum van het gebouw zijn niet beschikbaar. Volgens de overlevering zouden hier tussen de 15e en 17e eeuw verschillende generaties van de familie Reiffenberg hebben gewoond en als baljuw of schout een grote rol hebben gespeeld in het dorpsbestuur. De familie heeft het gebouw meerdere malen gerenoveerd en uitgebreid. Na 1750 kocht de familie Baring uit Wallerode het hele complex en liet het poortgebouw met wapen aan de noordzijde bouwen.
In 1810 verwierven Q. Dethier en G. Alard zowel het gebouw als de gronden errond. Door het wanbeleid van een van hun erfgenamen moesten zij de boeken neerleggen en stond het pand in 1863 opnieuw te koop. J.N. Hilgers werd de nieuwe eigenaar. Door huwelijksovereenkomsten bleef het Hof 100 jaar lang in handen van de families Hilgers, Oligschläger en Steiner, die het gebouw en de gronden gebruikten voor landbouwdoeleinden. Door een gebrek aan investeringen raakte het gebouw in verval. Om het voor verdere achteruitgang te behoeden kocht de gemeente Bütgenbach het pand.
Samen met de naburige gemeenten werd een intercommunale vereniging opgericht met het oog op de bouw van een bejaardentehuis. Dit werd in 1993 ingehuldigd. De grond vóór het gebouw bleef echter eigendom van de gemeente Bütgenbach, die er culturele activiteiten organiseert.

Niessen (Brungs)

Het Huis Brungs, dat in 1713 gebouwd werd, maakte net als de poststal (= paardenstal) deel uit van het Hof van Bütgenbach. Johann Niessen en Maria Limburg woonden er samen met hun 15 kinderen (negen zonen en zes dochters) in het vrij kleine huis. Het huis in de Walkerstal-straat had een strooien dak en werd op enkele overblijfselen van het woonhuis na gesloopt.

Café-Restaurant Brüls

In de 19e eeuw werd het gebouw aan de Monschauer Straße uitgebaat als restaurant en als landbouwbedrijf. Overgrootvader Paul Brüls kocht het complex in 1889 van Peter Weynand. Het is reeds de vierde generatie van dezelfde familie die het bedrijf runt. Inmiddels is het uitgegroeid tot een modern restaurant met een kegelbaan, een zaal en een barbecue.

Het Hof met de poststal (foto nr. 10)

Rechts van het poortgebouw van het landhuis bevindt zich de poststal.
– De poststal diende als onderkomen voor de paarden en de postkoetsen. De postkoetsdienst van Bütgenbach begon in 1828 en eindigde in 1912.

• De familie Hilgers woonde in de noordelijke vleugel van de vierkantshoeve, terwijl de oostelijke vleugel werd bewoond door de familie Olligschläger.
• Na zijn studie in Bitburg rond 1890 bouwde Karl Hilgers samen met zijn vader een brouwerij en distilleerderij. De onderneming had een koelkelder die zich in de westvleugel van de vierkantshoeve bevond. Het bier werd gebrouwen uit hop en gerstemout en de jenever werd bereid uit geroosterde tarwe. Het bier werd in vaten van 20 of 33 liter in alle regionale winkels en restaurants verkocht. De jenever werd verkocht in vaten van 30 liter. De “Doppelkorn Goldgelbe” was een specialiteit van het huis. De naam van deze jenever verwijst naar de dubbele distillatie en de goudgele kleur.
• Karl Hilgers stierf in 1913, kort voor het uitbreken van WOI, wat meteen ook het einde betekende van de brouwerij en de jeneverstokerij.
• Philipp Christoph Reiffenberg verkocht het pand met de vier vleugels aan Peter Benignus Baring, die in 1754 de poort met het wapen liet optrekken.

Infobord 8 - Viaduct

De molen

De molen van Bütgenbach lag aan de spoorwegbrug in de Warchevallei. Boven de deur van de molen prijkte het jaartal 1825. De rivier de Warche leverde de molen de nodige waterkracht die het waterrad, de aandrijfriemen en zo het hele mechanisme in gang zette.
Omdat de molen tijdens de bouw van de stuwdam moest worden gesloopt, bouwde de familie Schommer in 1934 een nieuwe molen aan de Elsenborner Strasse. Deze werd door elektriciteit aangedreven. De boeren lieten hier gerst, graan of haver malen. Ze brachten het graan met de paardenkoets of de slee naar de molen. Terwijl gerst en graan gemalen werden, werd haver geplet. De molen functioneerde in de schaduw van het viaduct tot de jaren 1960.

De wasserij

Niet ver van de oude molen bevond zich de wasserette van het kamp van Elsenborn, gebouwd aan het einde van de 19e eeuw. Afgezien van de militairen hebben ook andere klanten hier hun wasgoed laten reinigen. De gebroeders Schommer, die naast de molen ook de wasserij uitbaatten, verzorgden aanvankelijk met paardenkarren het transport van het wasgoed.
Een stoomketel buiten het gebouw gebruikte het water uit de Warche dat met kolen werd verwarmd. Als wasmiddel werden groene zeep en natriumcarbonaat gebruikt. Reeds in die tijd werd het water na het wasproces gezuiverd.
In de hal stonden kuipen voor het inweken van de was, drie wasmachines en een droogtrommel; alles werd door aandrijfriemen in gang gezet. Na het drogen werd het wasgoed door de mangel gehaald en vervolgens opgevouwen. In de wasserij werkten ongeveer tien arbeiders en drie stokers. Als gevolg van de concurrentiedruk moest het bedrijf in 1924 de boeken neerleggen.

Viaduct

De spoorlijn Weywertz-Jünkerath werd in 1912 door het Pruisische Koninkrijk om militaire redenen geopend. Men moest namelijk het militaire oefenterrein van Elsenborn kunnen bereiken. In totaal werden op het grondgebied van de gemeente Bütgenbach 12 bruggen gebouwd, waaronder het viaduct van Bütgenbach, dat met zijn zes bogen, een hoogte van 30 m en een lengte van 104 m, de zijdalen Kolberg en Burgfelder met elkaar verbindt.
Al in de Eerste Wereldoorlog (1916) werd de brug bijna opgeblazen door een Russische spion. Ook in 1940 ontsnapte de brug maar net aan een vernietigende explosie, op touw gezet door Belgische militairen, maar in de kiem gesmoord door een Duitse speciale eenheid.
Toen de Wehrmacht zich uit België terugtrok, werden vele bruggen waaronder het viaduct vernietigd.
Een Duits commando blies op 13 september 1944 twee pijlers op. Aanvankelijk wilden de Belgische Spoorwegen alleen maar een noodbrug bouwen, maar uiteindelijk werd toch besloten de brugpijlers te herbouwen. Al in maart 1946 reden er opnieuw treinen over de gerestaureerde brug. In mei 1952 werd de spoorlijn Weywertz – Jünkerath gesloten voor het personenverkeer.
Het vrachtvervoer van hout en kolen bleef tot het begin van de jaren 1980 behouden. Vanaf 1982 werd de lijn Losheimergraben – Malmedy gesloten; houttransporten uit Duitsland en Antwerpen voor Büllingen verliepen nu via Sourbrodt en Raeren. In oktober 2004 passeerde voor de laatste maal een trein over het viaduct en wel een speciale toeristische passagierstrein. In 2007 werden de sporen verwijderd en in 2014 kreeg de spoorwegbedding een nieuwe bestemming: RAVeL.

Kollberg en Burgfelder

Kollberg en Burgfelder zijn twee heuvellandschappen die door het viaduct met elkaar verbonden worden. Kollberg, ook geschreven als Kohlberg, suggereert dat er vroeger houtskoolbranders werkten. Het gebied is tegenwoordig alleen nog als Kollberg gekend.
Elk jaar, tussen maart en april, kleuren de Koll-bloemen, beter bekend als narcissen, het moerasland tussen de Warche en het viaduct geel. Het is een prachtig natuurspektakel.
De Burgfelder of kasteelvelden bij het voormalige kasteel worden nu gebruikt als landbouw- of bouwgrond.
Restaurant bij Chresten
De herberg was het laatste huis vóór het viaduct aan de huidige Monschauer Straße, de ooit zo drukke weg naar Elsenborn. De Uitbater was een gepassioneerd kegelaar en bouwde een kegelbaan die zorgde voor een extra bron van inkomsten.

Infobord 9 - Burcht - Stuwdam

Worriken
In de jaren zestig werd gestart met de toeristische uitbating van het stuwmeer en zijn oevers. In 1968 besloot de Franstalige gemeenschap een zeilschool op te richten voor zeilklassen van een halve dag. Het Sport- en vrijetijdscentrum WORRIKEN doorliep meerdere bouwfasen en werd in 1980 voltooid. Vandaag is het eigendom van de Duitstalige gemeenschap. Bütgenbach werd zo een van de belangrijkste toeristische centra in Oost-België.

De stuwdam
In 1929 werd onder leiding van het Italiaanse bedrijf OMODEO begonnen met de bouw van de stuwdam op initiatief van het elektriciteitsbedrijf SERMA. Voor vele inwoners was dit een gelegenheid om een mooi extraatje bij te verdienen.
De toekomstige hoofdontsluitingsweg van Bütgenbach naar Berg werd omgeleid en ook de weg die vanaf het station over de huidige meerbedding naar Berg leidde, werd vervangen door een nieuwe weg die over de stuwdam liep.
In 1932 werd de dam voltooid en amper een jaar later begon de stroomproductie. De elektrische centrale en de machinehal met de turbine bevinden zich in twee gewelven van de stuwdam.
In 1995 gaf ELECTRABEL opdracht tot uitgebreide herstellings- en verfraaiingswerkzaamheden aan de stuwdam. Motorvoertuigen mogen er sindsdien niet meer passeren. In 2004 werd het stuwmeer volledig leeggemaakt voor verdere reparatiewerken aan de voet van de stuwdam.

Infobord 10 - Berg

  1. BERG
    Het dorp Berg werd voor het eerst vermeld rond 1530. Oorspronkelijk heette het kleine dorp, dat bij Hof Bütgenbach hoorde, echter “Uffemberg”, wat “op de berg” betekent. In het Frans sprak men zelfs van “Berg-sur-Warche”. Het dorp dankt zijn naam dan ook overduidelijk aan zijn hoge ligging.
  2. DE KAPEL
    De kapel in het centrum van het dorp ligt op 585 m boven de zeespiegel. Het hoogste punt van het dorp in de richting van Elsenborn ligt zelfs op 620 m hoogte.De eerste steenlegging vond plaats op een kermiszondag, op 11 oktober 1959. De kapel werd op 3 juni 1962 ingezegend door deken Hilgers.
  3. HEILIGE ODILIA
    De Odilia-bron bevindt zich net voor het dorp. Het altijd stromende bronwater en de inscriptie op het bekken “Gib, dass ich sehe” (Geef dat ik mag zien) verwijzen naar de beschermheilige van Berg. Reizigers gebruikten het “water der ogen” als verfrissing.
    Kidscorner
    Wist je dat vroeger turf werd gebruikt om zich te verwarmen?
  4. STEENGROEVE
    Op de weg naar Wirtzfeld bevindt zich een steengroeve die vroeger door Peter Heinen werd geëxploiteerd. Tal van huizen zijn met deze stenen gebouwd. Vandaag vind je hier een mooie rustplaats.
  5. WERK: De dorpsinwoners trokken vroeger in een grote karrenkaravaan naar Bergervenn om een week lang turf te steken. Andere belangrijke beroepsdomeinen uit vervlogen tijden waren de land- en bosbouw. De spar was destijds in de Eifel een echte “boom des broods”.
  6. SCHOOL:Het oude schoolgebouw is erg veranderd sinds zijn bouw in 1840. Nadien bevond zich hier de kruidenierswinkel van Ida Wey-Heinen. Van 1910 tot 1984 was de school gevestigd in het dorpscentrum, waar zich nu het dorpshuis bevindt.

Tip

Er is een raadselrally zijn voor de kinderen. Wie het oplossingswoord vindt, krijgt een kleine verrassing!

Details

Code : BUT09
Start : Touristinfo, Marktplatz 13 a, 4750 Bütgenbach
Aankomst : Touristinfo, Marktplatz 13 a, 4750 Bütgenbach
Km : km
Hoogtemeters : m
Offroad : 10%
Gemeinde Bütgenbach
Ostbelgien
Provinz Lüttich - Tourismus